Supervisie kan individueel of in een kleine groep worden aangeboden.
De deelnemer bepaalt zelf waar hij in supervisie mee bezig wil zijn. Hij brengt een concrete ervaring of vraag in. Deze kan betrekking hebben op het contact met een cliënt, een patiënt, een medewerker, de relatie met een collega, de eigen ontwikkeling in het vak of keuzes waar de supervisant zich in zijn beroep voor gesteld ziet. Door reflectie op deze ervaring of vraag wordt getracht zicht te krijgen op :
wat is er nu precies gebeurd, wat was mijn aandeel, waarom doe ik dat zo en wil ik dat zo blijven doen, wat zou ik eventueel anders willen en hoe kan ik dat bereiken?
De supervisiebijeenkomsten vinden eens per twee weken plaats.
Een supervisietraject bestaat uit 10 -15 bijeenkomsten van max. 1,5 uur.